Kamerlid
Kruimelpad
De procedure voor de integratie van mHealth-apps - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 21 maart 2023:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, u antwoordde recent naar aanleiding van vragen over de studie van het Kenniscentrum inzake de terugbetaling van digitale medische toepassingen dat het RIZIV tegen de zomer een voorstel zou uitwerken voor de middellange en de lange termijn. Daarop zullen we dus nog even wachten. Tegelijkertijd kondigde u aan dat er verschillende applicaties zoals AirView, CardioCare, FibriCheck en RemeCare in het gezondheidszorgsysteem zouden worden geïntegreerd. Momenteel is echter nog niet helemaal duidelijk wanneer dat proces zal worden afgewerkt.
Wat is de tijdlijn van de integratie in het zorgsysteem? In welke fase zitten de apps nu? Weet men duidelijk wanneer men een resultaat mag verwachten?
Wat bedoelt u met integratie in het zorgsysteem? Kunt u dat verduidelijken? Wanneer is dat volgens u geslaagd? Hoe zal dat worden gemeten?
Minister Frank Vandenbroucke:
Een digitale medische toepassing is geïntegreerd in het zorgsysteem wanneer elke relevante zorgverstrekker gebruik kan maken van de toepassing, indien de patiënt daarmee instemt.
Momenteel wordt voor de applicaties die een positief advies hebben ontvangen, het bestaande zorgproces aangepast of een nieuw zorgproces gecreëerd.
In het kader van RemeCare wordt momenteel een zorgpad oncologie geactualiseerd, zodat die technologie er deel van kan uitmaken.
In de nieuwe overeenkomst rond slaapapneu zal in de mogelijkheid tot telemonitoring via applicaties zoals AirView voorzien worden.
Ten slotte wordt in de Technisch Geneeskundige Raad in samenspraak met de Belgian Heart Rhythm Association de holternomenclatuur herzien, waarbij ook het gebruik van applicaties zoals FibriCheck en Cardio Care at Home in beschouwing worden genomen.
Het is belangrijk dat er ook omkadering is wanneer een applicatie wordt terugbetaald. Het is niet de bedoeling de applicatie an sich terug te betalen. Er wordt wel gekeken naar het zorgproces waarin het gebruik van de applicatie kan worden geïntegreerd.
De toepasselijke terugbetaling in België slaat niet meteen op een zorgproces, maar wel op een specifieke verstrekking. De omschakeling naar een terugbetaling in het kader van een zorgproces waarbij digitale technologie gebruikt kan worden, vergt dan ook meer tijd.
Het klopt dus dat de integraties de nodige tijd in beslag kunnen nemen, met de bijhorende onduidelijkheid voor fabrikanten en zorgverstrekkers. Een van de prioriteiten van de herziening van de procedure is dan ook het versnellen en verduidelijken van dat proces.
Frieda Gijbels (N-VA):
Het is inderdaad dat ontwikkelaars duidelijkheid krijgen over het tijdspad. Als een procedure te lang aansleept zonder zicht op een einddatum, zullen ze massaal naar het buitenland trekken en niet meer de moeite doen om in België voet aan de grond te krijgen. Dat zou heel jammer zijn, want onze ontwikkelaars hebben heel goede ideeën.
Ik verwijs nog eens naar de procedure in Duitsland, u ongetwijfeld niet onbekend, waarbij ontwikkelaars de tijd wordt gegeven om te bewijzen dat ze een meerwaarde in het zorgproces betekenen. Ik denk dat het een hele stap vooruit voor ontwikkelaars zou zijn, als zij de kans krijgen om te bewijzen dat ze echt iets voor de patiënt kunnen betekenen.
Het incident is gesloten.