Kamerlid
Kruimelpad
Bloeddonatie door 65-plussers - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 14 maart 2023:
08.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, de Hoge Gezondheidsraad vaardigde onlangs een advies uit met betrekking tot de bloeddonatie door 65-plussers. Men kwam tot de conclusie dat de bloeddonatie door 65-plussers moet worden afgeraden. Dat is strenger dan het huidige beleid, waarbij 65-plussers bloed mogen geven als ze de laatste drie jaar nog donor waren.
Het Rode Kruis, de grootste bloedcollector, vond dit advies blijkbaar moeilijk te begrijpen. Volgens hen zijn er weinig problemen met deze oudere donoren. Bovendien behoren ze vaak tot een lagerisicogroep.
Er was al eerder kritiek op de werkwijze van de HGR. Die kritiek klinkt naar aanleiding van dit advies opnieuw. Er lijkt eerder eminence-based dan evidence-based gewerkt te worden, wat vandaag toch onaanvaardbaar is. Er blijkt ook geen methodologie vast te liggen om tot adviezen en richtlijnen te komen. Het is ook vreemd om dit zeroriskadvies naast het advies over de bloeddonatie door MSM te leggen. De risicodrempel die daar werd gehanteerd, lijkt op een heel ander niveau te liggen.
Mijnheer de minister, hoe beoordeelt u het advies van de HGR? Werd volgens u dezelfde risicodrempel gehanteerd als voor het MSM-advies? Werd dezelfde methodologie gehanteerd?
Moet volgens u een strikte wetenschappelijke methodologie worden gehanteerd? Wordt dit gecontroleerd?
Wordt er door de HGR steeds dezelfde methodiek gehanteerd? Zo ja, welke?
Waarom blijven zowel de HGR als het KCE naast elkaar bestaan? Wie krijgt welke opdrachten? Zou het niet beter zijn om beide instellingen te laten samensmelten?
Zult u een doorlichting van de HGR adviseren in verband met de gehanteerde methodiek, bijvoorbeeld door het KCE of door Cebam?
08.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, ik had een zeer specifieke vraag gesteld, namelijk wat de mening van de Hoge Gezondheidsraad is over het toelaten van nieuwe donoren, dus mensen die nog geen donor zijn, boven de leeftijd van 65 jaar. De Hoge Gezondheidsraad heeft een veel breder probleem belicht. Eén van de conclusies was dat deze toelating geen goed idee is. De raad heeft wel een veel breder advies gegeven dan dat. Het is wat delicaat voor mij om te beginnen discussiëren over de wetenschappelijke methoden enzovoort als ik een advies krijg dat op het concrete punt zegt dat mijn idee geen goed idee is. Ik heb dat dus niet gedaan en ik zal dat vandaag ook niet doen. Ik heb uw opmerkingen wel aan de Hoge Gezondheidsraad bezorgd.
Ik wil wel op enkele concrete punten ingaan. Er is een verschil tussen bloeddonatie door MSM en bloeddonatie door donoren ouder dan 65 jaar. Bij de MSM-donoren ging het eigenlijk over wat het gezondheidsrisico is voor de patiënt die bloed ontvangt. Voor donaties door donoren ouder dan 65 jaar was het probleem eigenlijk dubbel. Enerzijds is er een mogelijk risico voor de mensen die het bloed ontvangen, anderzijds is er een mogelijk risico voor de donor. De context is hier enigszins anders dan bij MSM. Bij MSM ging het namelijk over twee wetsvoorstellen. Bij bloeddonatie door donoren ouder dan 65 jaar had ik de algemene vraag of er bezwaar was.
Het verschil met MSM was dat men nogal wat gegevens en praktijken had geput uit ervaringen in andere landen, daar waar de Hoge Gezondheidsraad voor bloeddonatie door mensen boven 65 jaar zegt dat er eigenlijk geen concrete empirische gegevens zijn, maar ze presenteerden wel een analyse van de theoretische risico’s. Daarom was hun antwoord niet dat ze het aanvaarden of dat ze het afraden, het antwoord was dat ze het niet aanbevelen. Dat is natuurlijk een voorzichtig antwoord, dat misschien is overgekomen alsof ze het afraden, maar uit de tekst van de Hoge Gezondheidsraad bleek dat het antwoord uitermate genuanceerd was. Ze bevelen dit niet aan.
Ik zal mij niet uitspreken over de communicatie die daarop is gevolgd, maar die was kordater. Die klonk alsof we zeiden dat bevonden was dat het afgeraden moest worden. De tekst van het advies, op basis van een theoretische risicoanalyse, was gewoon dat ze dat niet aanbevelen.
We moeten nadenken over het voortdurend toetsen van methodes. Ik zal daar nu geen verder commentaar op geven, maar ik denk dat de Hoge Gezondheidsraad voor zichzelf moet uitmaken welke methode men in dat geval moet gebruiken en of die methode de toets van alle kritiek doorstaat. De mensen van de Hoge Gezondheidsraad hebben gezegd dat zij geen enkele wetenschappelijke publicatie hebben ontvangen die de 78 geanalyseerde wetenschappelijke referenties tegenspreekt of zou aantonen dat men belangrijke studies over het hoofd zou hebben gezien. Als u weet hebt van dergelijke studies, dan kunt u ze altijd bezorgen aan de Hoge Gezondheidsraad. Voor de rest wil ik mij niet uitspreken over de methode.
Een fusie of iets dergelijks met het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg staat op dit ogenblik niet op de agenda.
08.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik hoor aan de manier waarop u de toelichting geeft dat u zelf ook bedenkingen hebt. U geeft zelf aan dat de methodologie die werd gebruikt voor het MSM-advies en de methodologie die nu werd gebruikt verschillend zijn. Zoiets kan niet. Er moet een heel strikte wetenschappelijke methodologie worden toegepast voor elk advies dat wordt gevraagd.
Het is trouwens niet de eerste keer dat er kritiek komt op de manier waarop de HogeGezondheidsraad zijn adviezen opstelt. Er was het advies rond kernenergie, het advies over de MSM-bloeddonoren en het advies over mutagene en hormoonverstorende agentia waarop heel wat kritiek is gekomen. U zegt dat dit voor u delicaat is, omdat u om het advies hebt gevraagd en dit misschien niet helemaal strookte met wat u verwachtte te zullen krijgen. U zegt dat de Hoge Gezondheidsraad voor zichzelf moet uitmaken of de methodologie die wordt gebruikt wel correct is. Persoonlijk denk ik dat het beter zou zijn om die analyse eens te laten maken door bijvoorbeeld het Kenniscentrum of Cebam.
Een tijd geleden heeft een fusie tussen het Kenniscentrum, de Hoge Gezondheidsraad en Sciensano wel degelijk op de agenda gestaan. Dat proces is afgebroken en dat is jammer, want ons kennislandschap wat gezondheid betreft is echt wel versnipperd. Het is helemaal niet duidelijk wie wanneer welk advies mag verlenen en waarom. Ik stel dus voor dat er een opdracht wordt gegeven om de methodologie die gebruikt wordt door de Hoge Gezondheidsraad te laten analyseren.