Kamerlid
Kruimelpad
De P-waarden - mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, het systeem van de P-waarden in de tandheelkunde, waarbij men maxima instelt op het aantal verstrekkingen die aan de ziekteverzekering kunnen worden geattesteerd, is ontwikkeld om excessen en fraude in de tandheelkundige zorg tegen te gaan. Volgens de website van het RIZIV werden de P-waarden in de tandzorg geïntroduceerd om het aantal prestaties te beperken en zo te vermijden dat er op zorgkwaliteit wordt ingeboet of dat de nomenclatuurregels niet zouden worden gerespecteerd.
Door recente ontwikkelingen zoals de inschakeling van mondhygiënisten en door doorgedreven specialisaties zouden tandartsen wel eens de P-waarden kunnen overschrijden, zonder dat er aan zorgkwaliteit wordt ingeboet of zonder dat er sprake is van fraude. Een van de gevolgen van dat systeem, zo is mij ter ore gekomen, is dat bijvoorbeeld kindertandartsen, die dus gespecialiseerde zorg leveren, genoodzaakt zijn om ofwel minder ofwel deeltijds in het buitenland te werken, omdat ze anders de P-waarden zouden overschrijden.
Dat is uiteraard niet bevorderlijk voor de groeiende wachtlijsten. Is het systeem van de P-waarden nog steeds het meest efficiënte systeem om bijvoorbeeld fraude tegen te gaan? Op welke andere manieren wordt fraude in de tandzorg opgespoord? Hoeveel dossiers zijn er zo elk jaar? Over welk soort fraude gaat het dan? Is er de voorbije jaren een evolutie waarneembaar in de zin dat meer tandartsen de P-waarden bereiken? Hoeveel tandartsen kregen een boete voor overschrijding van de P-waarden de voorbije jaren? Hoe groot waren die boetes? Gebeurt die overschrijding vaker door tandartsen met een bepaalde zorgfocus? Wordt er eerst onderzocht of er inderdaad sprake is van een problematische kwaliteit of misbruik van nomenclatuur, vooraleer er boetes worden opgelegd?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, een verantwoordingsdrempel voor zorgverleners, zoals de P-waarden bij tandartsen, is een manier om fraude en ondoelmatige zorg deels te beperken, maar voorkomt dat natuurlijk niet.
De bewijslast in dergelijke controledossiers ligt bij de zorgverlener, wat het werk voor sociale inspecteurs wel minder arbeidsintensief maakt. Structurele preventieve maatregelen zoals voorgesteld in het actieplan handhaving 2024- 2026, zijn efficiënter om fraude te voorkomen. Onterechte aanrekening, administratieve fouten, misbruik en intentionele inbreuken/fraude van prestaties door zorgverleners wordt door de dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle van het RIZIV opgespoord door systematische risicoanalyses.
Bovendien krijgt de dienst jaarlijks zowat 1.200 meldingen, die ook aan de oorsprong kunnen liggen van een controle-onderzoek. Sinds 2019 werden 33 ernstige fraudedossiers bij tandartsen afgesloten door de DGEC. Ernstige fraudedossiers zijn controledossiers met aanduiding van intentionele inbreuken. Bijkomend zijn er op het moment 10 dossiers lopende in samenwerking met het openbaar ministerie, zowel bij het arbeidsauditoraat als bij het parket van de procureur des Konings.
De ernstige fraudedossiers betreffen voornamelijk niet-uitgevoerde prestaties die via de derdebetalersregeling onterecht worden aangerekend aan de ziekteverzekering op naam van een verzekerde. Voorts betreft het ook de onrechtmatige uitoefening van de tandheelkunde door onbevoegden die aanrekenen op naam van een tandarts met een RIZIV-nummer.
Ten derde, de zorgverleners hebben de mogelijkheid om tot twee jaar na een prestatie aan te rekenen. Concreet betekent het dat de controle op de P-waarden met betrekking tot het prestatiejaar 2022 momenteel in de onderzoeksfase zit. De cijfers van de vorige jaren vindt u in een tabel, evenals de actie, een vaststelling of een waarschuwing.
Die tabel zal ik niet helemaal voorlezen, maar u laten bezorgen, zodat u over al die gegevens beschikt. Na de start in 2016 is er in de jongste jaren een stijgend aantal overschrijdingen, vaak ook voor grotere bedragen. Het moet ook worden meegenomen bij de interpretatie van de cijfers dat 2020 een covidjaar was met een verplichte lockdown voor de meerderheid van de tandheelkundigen. De laatste kolom in de tabel, die u overhandigd krijgt, betreft door de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle of het openbaar ministerie uitgevoerd controles die niet alleen verband houden met de overschrijding van de P-waarden.
Ten vierde, in de tabel vindt u een overzicht van het aantal vaststellingen per prestatiejaar. Het betreft in de eerste plaats de terugbetaling van de onterecht aangerekende bedragen, het gaat dus niet over een boete. Enkel indien er niet vrijwillig terugbetaald wordt of indien de P-waarden herhaaldelijk worden overschreden, volgt een administratieve procedure met sanctie tot maximaal 150 % van het ten laste gelegde bedrag.
Voor het prestatiejaar 2019 werd in vier dossiers een administratieve procedure opgestart, voor prestatiejaar 2020 waren dat zes dossiers, voor prestatiejaar 2021 in totaal tien dossiers. Het gaat in hoofdzaak om algemene tandartsen met kwalificatienummer 001. Vaak komt de oneigenlijke inzet van mondhygiënisten aan het licht. Een aantal dossiers betreft ook tandartsen die zichzelf bestempelen als narcodonten, maar dat is geen erkende specialiteit.
Ten vijfde en tot slot, het beoordelen van de kwaliteit van de zorg valt buiten de bevoegdheid van het RIZIV. In het Actieplan Handhaving 2024- 2026 staat een voorstel om gegevens tussen de FOD Volksgezondheid en het RIZIV te delen om zo een verband te kunnen duiden tussen de kwaliteit van de zorg en onterechte aanrekeningen. Het overschrijden van de P-waarden is op zich een inbreuk op de nomenclatuur.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, voor mijn part kan er niet hard genoeg ingezet worden op de opsporing van fraude. Fraude kan echt niet. U gaf het zelf al aan dat de derde-betalersregeling vaak misbruikt wordt, niet het minst in de tandzorg, met name in de polyklinieken van De Voorzorg. Die stonden erom bekend dat er heel vaak onterecht zaken werden aangerekend.
Ik meen dat het aangehaalde cijfer maar het topje van de ijsberg is. Dat neemt niet weg dat men de P-waarden ook kan overschrijden, zonder dat men fraudeert, bijvoorbeeld omdat men een bepaalde zorgfocus heeft.
Ik wil dus aandringen op iets meer onderscheid en op iets meer erkende specialiteiten in de tandzorg. Dat zou veel meer duidelijkheid brengen in het landschap. U verwees naar de narcodonten. Dat zou beter een officiële specialiteit worden, zodat verdoving door personen die daarin gespecialiseerd zijn, wordt toegediend.
De narcodonten kunnen kinderen beter opvolgen en erover waken dat ze niet elk jaar opnieuw onder narcose moeten voor de behandeling van polycariës, wat we vandaag jammer genoeg heel vaak vaststellen. Wij moeten mijns inziens, wat dat betreft, een beter afgebakende specialisatie, namelijk gespecialiseerde kindertandzorg of tandzorg onder narcose in het leven roepen. Dat zou een oplossing zijn voor de tandartsen die in een gewone ambulante praktijk of in een thuispraktijk personen met een handicap of kinderen verzorgen.
Op die manier zouden de extra middelen die u hebt uitgetrokken voor die bijzondere noden vaker terechtkomen bij de juiste doelgroep. Ik pleit ervoor dat men daar werk van maakt.
Ten slotte, u hebt geen ongelijk met uw klacht over het oneigenlijk inzetten van mondhygiënisten. Anderzijds schiet de nomenclatuur wat prestaties van mondhygiënisten betreft, te kort, waardoor ze vaak in een grijze zone werken, zeker als wij hun zorg voor een breed publiek toegankelijk willen maken.
Nu wordt heel veel van de zorg waarvoor zij zijn opgeleid, zonder nomenclatuur verstrekt. Op die manier wordt zorg op twee snelheden gecreëerd, waarbij mondhygiënisten alleen worden ingezet voor patiënten die het kunnen betalen. Dat kan zeker uw bedoeling niet zijn.
Het incident is gesloten.