
Kamerlid

Het coronavirus - actualiteitsdebat met minister Vandenbroucke
Volgende vragen van Frieda Gijbels (N-VA) kwamen aan bod tijdens het debat:
- De stagnerende besmettingscijfers (55010999C)
- Het nationale testplatform (55011000C)
- De langetermijngevolgen van COVID-19 (55011004C)
- Het aandeel van asymptomatische gevallen (55011060C)
- De corona-app (55011062C)
De voorzitter:
Collega's, de N-VA-fractie mag als eerste beginnen. Zij krijgt ongeveer acht minuten spreektijd om haar vragen te stellen. Het woord is aan mevrouw Gijbels.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb al een tijdje geleden een aantal vragen ingediend. Die zullen worden opgenomen in het verslag, maar ze zijn niet meer allemaal even actueel. U zult dat misschien ook hebben gezien. Ik wil echter terugkomen op een aantal punten.
Ik heb al eerder vragen gesteld over de rapporten van Sciensano. Daarin worden altijd kaartjes weergegeven met kleurcodes, de positiviteitsratio en het aantal testen per provincie. Ik vind het opvallend te zien dat de positiviteitsratio in Wallonië nog steeds hoger ligt dan in Vlaanderen, terwijl het aantal testen daar nog steeds lager ligt dan in Vlaanderen. Wordt nagegaan hoe dat komt en wordt daaraan geremedieerd?
Met betrekking tot het nationale testplatform zie ik in het laatste verslag van Sciensano dat die testlabo's nauwelijks nog moeten tussenkomen en dat de testing kan worden verzekerd door de klinische labs. Zijn de testlabo's nu operationeel als dat nodig zou blijken? Beschikken zij over alle benodigdheden om indien nodig aan de slag te kunnen gaan? Het is jammer dat dit nu wel het geval zou zijn, nu het niet meer nodig is, terwijl ze een tijdje geleden wel hard nodig waren en de testcriteria zelfs moesten worden aangepast opdat de labs hun werk zouden kunnen doen.
De adviezen die zijn uitgebracht met betrekking tot Kerstmis en Nieuwjaar zijn heel streng en de mensen zijn daarvan geschrokken en toch wat teleurgesteld. Hebt u hierbij rekening gehouden met de curve die op dit moment aan het dalen is? Als we bijvoorbeeld kijken naar de curve die door professor Barbé wordt weergegeven, dan zien we dat die curve rond de kerstperiode eerder laag is, dus ik kan mij voorstellen dat het dan heel moeilijk wordt om nog zo'n strenge adviezen te geven. Is er ruimte voor aanpassingen?
Ten slotte, de app Resengo is een app die door de horeca wordt ontwikkeld om samen met de app Coronalert in kaart te brengen hoeveel besmettingen er in de horeca plaatsvinden. Is dat iets wat in samenwerking met de FOD Volksgezondheid of met Sciensano gebeurt? Bent u daarvan op de hoogte? Overweegt u eventueel om testprojecten op te zetten om na te gaan op welke manier de horeca opnieuw aan de slag kan gaan?
....
Minister Frank Vandenbroucke:
Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen om het heel kort te houden, alhoewel sommige leden in dertig seconden verwezen hebben naar vijf vragen, waar ik bladzijden antwoord op heb. Ik organiseer mij hier even.
Mag ik beginnen met wat misschien het meest frustrerende is voor de leden van de commissie en eigenlijk ook voor mijzelf en dat is het volgende? U stelt mij vele vrij precieze vragen over de vaccinatiecampagne, terechte en goede vragen, maar het betreft in ons land een campagne waarover wij samen met de Gewesten en Gemeenschappen moeten beslissen, net zoals over de implementatie. Ik kan niet vooruitlopen op beslissingen die wij definitief moeten vastleggen met collega's van Gewesten en Gemeenschappen in de interministeriële conferentie. Wij hebben een interfederale taskforce opgericht en die moet dus ook werken op instructie van de interministeriële conferentie. Ik denk te mogen zeggen dat de taskforce vrij ver gevorderd is en dat hij de problemen, die hier terecht in de verf werden gezet, bekeken heeft en bekijkt. Ik verwijs onder meer naar het probleem van de adhésion, dus de overtuigingskracht van een vaccinatiecampagne, het probleem van de prioriteiten in de doelgroepen, het probleem van de beschikbaarheid van het nodige materiaal.
....
Voorzitter, ik hoop dat u begrijpt dat ik vandaag, vóór er een akkoord is over de organisatie van de campagne met de collega's van Gewesten en Gemeenschappen, niet meer details zal geven dan wat ik al bij eerdere gelegenheden heb gedaan.
Voor de algemene opvatting over de doelgroepen en de prioriteiten vertrekken we natuurlijk van het advies dat de Hoge Raad heeft gegeven. Wat de snelheid betreft waarmee we willen werken, natuurlijk moeten we er klaar voor zijn wanneer de vaccins geleverd zijn, zodat we kunnen beginnen te vaccineren, dat is juist. Maar u moet echt begrijpen dat ik niet in de plaats van mijn collega's zal beginnen te antwoorden. Ik moet samen met mijn collega's beslissingen nemen. Er is morgen een interministeriële conferentie en, normaal gesproken, hebben we het morgen opnieuw daarover. Als wij morgen voldoende vergevorderd zijn in het samen definiëren van een operationele strategie, dan zal die ook gecommuniceerd worden.
Ik begrijp de frustratie; het is overigens ook voor mij frustrerend. Echter, niet enkel de federale Kamer moet rekenschap vragen aan ministers, die taak komt ook andere parlementen toe. Vooraleer ik op de meer concrete vragen inga, wil ik daarom even wachten, totdat ik een en ander heb afgeklopt met mijn collega's. De vragen zijn dus relevant. Dat de commissie de noodzaak om de bevolking te overtuigen, onderstreept, is absoluut relevant. Specifieke kwesties die vernoemd werden, zijn absoluut relevant. Voorlopig zal ik er echter nog niet op ingaan.
....
In de meeste gevallen behoren de ambulanciers niet tot het ziekenhuispersoneel. De sociale akkoorden voor het ziekenhuispersoneel zijn traditiegetrouw dus niet op de ambulanciers van toepassing en we hebben ze dan ook niet opgenomen in het akkoord over de uitzonderlijke eindejaarspremie. Als bepaalde ziekenhuizen de ambulanciers die op hun payroll staan dat voordeel wel willen bieden, moeten ze zelf met een oplossing op de proppen komen. Met deze gang van zaken wordt er niet afgeweken van de akkoorden die in het verleden werden gesloten.
....
In verband met remdesivir wil ik toch even de tijdlijn schetsen. Ik meen dat die op vele dingen een antwoord geeft. Remdesivir is een geneesmiddel dat in de aandacht is gekomen als een nuttig geneesmiddel in de behandeling van sommige covidpatiënten. Die behandelingen vinden plaats op basis van richtlijnen die goedgekeurd zijn door Sciensano en die ook beantwoorden aan wat het Europees Geneesmiddelenagentschap daarover zegt. Er is twijfel gekomen over remdesivir naar aanleiding van een communicatie van de Wereldgezondheidsorganisatie op 15 oktober, op basis van een tussentijds rapport. Dat rapport zei eigenlijk: het is mogelijk dat het medicijn weinig tot geen effect heeft.
Wij hebben op 29 oktober nog besteld op basis van de richtlijnen van Sciensano en het Europees Geneesmiddelenagentschap. Ik kan u niet zeggen hoe groot de stocks vandaag zijn, dat weet ik niet. Maar de beschikbare stock was snel aan het slinken. Er was dus reden om te bestellen, in de context waarin er verschillende signalen waren over de wetenschappelijke evidentie. Er was twijfel bij de Wereldgezondheidsorganisatie, maar men was positief bij Sciensano en het Europees Geneesmiddelenagentschap. Op 20 november heeft de Wereldgezondheidsorganisatie officieel getoond dat er op basis van haar studies geen effect of amper effect zou zijn, terwijl het Europees Geneesmiddelenagentschap nog steeds zei dat het een nuttig geneesmiddel is op basis van een bepaald soort gebruik, op basis van hun richtlijnen. Wij hebben toen, op 20 november, gezegd niet meer te bestellen. Wij hebben de bestellingen on hold geplaatst.
....
Er waren verschillende vragen over de testing. De federale regering heeft bij vijf verschillende fabrikanten telkens 100.000 antigensneltesten besteld, 500.000 in het totaal dus. Momenteel zijn er 100.000 geleverd. De andere leveringen worden deze week en in de komende weken verwacht. Een openbare aanbesteding voor 3,5 miljoen extra tests zal binnenkort worden gepubliceerd.
Op dit moment kunnen de sneltesten al ingezet worden in ziekenhuizen, bij symptomatische patiënten, en bij clusteronderzoek, in collectiviteiten met een laagrisicoprofiel, niet in zorgvoorzieningen. Tijdens de komende weken zullen proefprojecten worden opgezet om de testen in te zetten bij symptomatische patiënten in zowel test- en triagecentra als in huisartsenpraktijken. Er zal in Vlaanderen ook worden gestart met een pilootproject voor het inzetten van sneltests om hoogrisicocontacten in scholen bij de aanvang van een quarantaine te testen. Een negatieve test heeft in dat geval geen impact op de quarantaine, maar die werkwijze laat toe om rond de positieve personen verder contactonderzoek op te starten.
Er is momenteel geen plan om snelle antigentests in te zetten op luchthavens. De artsen zijn op de hoogte gebracht van de aanpassingen in de teststrategie. Vertegenwoordigers van de wetenschappelijke verenigingen van huisartsen zijn ook betrokken bij de werkzaamheden van de taskforce Testing. De proefprojecten op het niveau van de eerste lijn worden in nauwe samenwerking met hen voorbereid.
We werken momenteel een wettelijk kader uit voor deze snelle antigeentests en het gebruik ervan in het kader van of buiten het bestek van de verplichte ziekteverzekering. Deze wet zal bepalen voor welke doelgroepen deze tests zijn bestemd, welke tests er worden gebruikt, wie deze tests mag uitvoeren, waar ze worden gebruikt en wanneer ze worden terugbetaald. Gezien de impact op veel sectoren, zal dit ontwerp zeer binnenkort worden voorgelegd. We zijn ook op zoek naar een oplossing voor de vrijwilligers van het Rode Kruis.
Wij zoeken een oplossing om in een goed gecontroleerde omgeving op een verantwoorde manier in te gaan op de vraag van de heer Weyts, op Vlaams niveau, om ook de Rode Kruisvrijwilligers in te kunnen zetten.
Dan zijn er vragen gesteld over het federale testplatform.
Mevrouw Fonck heeft gewezen op specifieke problemen. Ik ben hier niet van op de hoogte. Misschien beschikt u over informatie die ik niet heb? Ik kan u wel zeggen dat alle labo's van het testplatform momenteel operationeel zijn. Alle labo's, met uitzondering van het labo van de universiteit van Namen dat pas op 23 november opstartte, beschikken over een capaciteit tussen 2.000 en 4.000 testen per dag. De universiteit van Luik is al langer actief en heeft een dagelijkse capaciteit van 8.000 testen per dag.
Tegen begin januari wordt verwacht dat een aantal labo's verder kan opschalen naar 6.000 testen per dag. Voor andere labo's wordt het vereiste materiaal voor opschaling pas midden januari geleverd en zal de opschaling later gebeuren. Op maximumcapaciteit wordt van de labo's verwacht dat ze ongeveer 8.000 testen per dag uitvoeren. Het contract met Eurofins loopt tot eind november. Dat garandeert onze capaciteit van 5.000 tot 8.000 testen per dag.
Tracing en quarantaine. De callcenters werden de afgelopen weken door alle deelstaten extra bemand, waardoor nu voldoende mankracht aanwezig is om de vereiste telefoongesprekken uit te voeren. Naar aanleiding van de aanpassing van de teststrategie, met name het opnieuw testen van alle hoogrisicocontacten, werden de scripts voor de call agents en de field agents aangepast, zodat ze de juiste informatie kunnen doorgeven. Ook het sms-systeem en de berichten in de app Coronalert zijn aangepast. Om het brononderzoek te faciliteren werden de scripts van de callcenters aangepast sinds augustus, waarbij naar de whereabouts van de besmette personen en de hoogrisicocontacten wordt gevraagd. Men gaat na waar de betrokkene is geweest, met wie men contact had en waar de betrokkene zelf denkt besmet geraakt te zijn. Op basis hiervan kunnen de gezondheidsinspecteurs, de field agents, de lokale tracers, alleen in Vlaanderen, en de mobiele teams, ook in Vlaanderen, verder op zoek om te analyseren waar de bron van de besmetting zit en of er sprake is van clusterbesmettingen.
Het IFC Testing & Tracing zal de komende weken verdere verfijningen aan het tracingsysteem aanbrengen om het casemanagement rond brononderzoek structureel te verankeren.
De app Coronalert werd reeds meer dan 2 miljoen keer gedownload, dus door meer dan een kwart van alle smartphonegebruikers. Dit is een succes. Om relevant te zijn werd bij de lancering van de app de installatie door een percentage van minimaal 15 % van de totale bevolking als doelstelling vooropgesteld. Wij hebben die doelstelling behaald. Het blijft belangrijk de bevolking te overtuigen dat de app alleen gebruikmaakt van anonieme gegevens. De grootste uitdaging is het linken van de test aan de eenmalige identificatie van de app. Dat gebeurt aan de hand van een code van 17 cijfers, waardoor de anonimiteit gegarandeerd is. Dankzij het linken van de code aan de test verschijnt het testresultaat in de app en alleen zo kan een burger die positief getest is ook zijn contacten via de app anoniem verwittigen. Het medisch personeel dat de test voorschrijft, kan de code van 17 cijfers online ingeven in het elektronisch voorschrijfformulier. Bovendien krijgt elke burger sinds 19 november een activeringscode waarmee hij of zij de identificatiecode van de app zelf online kan linken met zijn test.
Het respecteren van de isolatie en de quarantaine is natuurlijk in eerste instantie een verantwoordelijkheid van iedere betrokken burger. Veel lokale besturen nemen initiatieven om deze mensen te contacteren, waarbij nagegaan wordt of de betrokkenen hulp nodig hebben en waarbij ook kan worden vastgesteld of de quarantaine gerespecteerd wordt. Het Overlegcomité heeft vorige vrijdag beslist om strenger te controleren op de naleving van de verplichte quarantaine voor personen die langer dan 48 uur in het buitenland verbleven.
....
Ik moet eerst toch eens terugkomen op de strategie die wij afgesproken hebben. Mevrouw Gijbels en vele anderen hebben het daarover gehad. Mevrouw Gijbels, ik ben helaas niet in staat om u echt een goed antwoord te geven, dat wetenschappelijk gevalideerd is, over evoluties en verschillen in evoluties tussen onze provincies. Ik zou dat graag doen, maar ik ga nu niet improviseren. Ik kan u dat niet zomaar zeggen.
Ik kan u echter wel iets zeggen over hoe de cijfers evolueren en wat dit betekent in termen van de beheersstrategie. Wij hebben op het Overlegcomité met alle regeringen de cijfers goedgekeurd op basis waarvan onze beheersstrategie zal werken.
Zoals ik reeds bij een eerdere gelegenheid heb gezegd, betekent de beheersstrategie dat men een onderscheid maakt tussen twee fases. Eerst is er een fase waarin men uit de storm probeert te geraken en het aantal besmettingen drastisch wil doen dalen en de ziekenhuiscapaciteit terug in orde wil brengen. Als men dan zover is, maar nog geen vaccin heeft, volgt de fase waarin men min of meer veilig is zonder vaccin en dat zo probeert te houden. De vraag is wanneer men in die veilige situatie is.
Over de cijfers daaromtrent hebben wij in het Overlegcomité afspraken gemaakt, maar het is wel duidelijk dat het niet gaat over automatismen. Het is geen technocratisch bestuur waarbij een louter cijfermatig gegeven dicteert wat de politiek doet. Er is steeds een kwalitatieve beoordeling van alle elementen die op tafel liggen.
Die essentiële cijfers zijn de volgende. Het aantal besmettingen per dag over een periode van 14 dagen geteld mag niet meer dan 800 zijn, ongeveer 800. Het correcte cijfer is een incidentie van 100 over 14 dagen per 100.000 inwoners. 100 per 100.000 inwoners over 14 dagen komt neer op dagelijks ongeveer 800. Daar moeten wij onder zitten en wij moeten daar reeds drie weken onder gezeten hebben. Er is een soort van veiligheidsafstand in de tijd van drie weken als wij over die kaap zijn gegaan, waarbij het gemiddelde in 14 dagen onder de 800 besmettingen ligt. Vervolgens moet het gemiddeld aantal hospitalisaties over 7 dagen onder 75 liggen. Vervolgens – het is steeds en-en – moeten deze twee indicatoren in een neerwaartse tendens zijn.
Dat is afgesproken op het Overlegcomité als richtsnoer. Het is indicatief, het is dus geen rigide schema. Het is indicatief voor het debat over belangrijke versoepelingen en wanneer dit te voeren. Dit betekent praktisch dat we er binnen een week moeten zijn als we op 31 december al drie weken lang een veertiendaags gemiddelde willen hebben van minder dan 800 besmettingen per dag. Dat zou een mirakel zijn. De mirakels zijn misschien nog niet helemaal de wereld uit, maar het is toch zeer onwaarschijnlijk. Het is niet realistisch. Realisme gebiedt te zeggen dat als de cijfers gunstig blijven evolueren, we begin januari uitzicht krijgen op zulke cijfers. Dit zou het resultaat zijn van de vele inspanningen die nu worden geleverd. Daarom komt het Overlegcomité ook begin januari opnieuw samen. Dat is een moeilijke boodschap omdat het nog zo lang duurt. Er zit echter ook een element van hoop en perspectief in, want de cijfers verbeteren. We kunnen veel vragen aan de mensen omdat we uiteindelijk een vaccinatiecampagne zullen kunnen uitrollen, hoewel dit lang zal duren.
Mevrouw Gijbels, u vraagt of we die kaap zullen halen vóór Kerstmis. Dat is zeer onwaarschijnlijk. Daarom heeft het Overlegcomité geen twijfel willen laten bestaan en werd al vermeld dat de volgende samenkomst begin 2021 is. Dan zal de situatie geëvalueerd worden. Hopelijk gaat het dan beter.
Dat is een belangrijke houvast voor de bevolking. Een volatiel kader waarbij voortdurend van mening wordt veranderd, is niet goed. Sinds het aantreden van deze regering is de intrinsieke motivatie om maatregelen te volgen stelselmatig gestegen. Dat is geen grote verdienste van ons. Zeker niet alles is perfect. Het feit dat de cijfers in België beter zijn geworden, is ook nog geen grote overwinning. Ik poch of bluf daar niet over. Dat zou totaal onterecht zijn. Ik zou niet graag hebben dat u met dat beeld naar huis vertrekt. Het is wel goed dat we eenvoudige en stabiele boodschappen hebben uitgestuurd. Dat is de inzet ook. In dat kader kunnen er vóór Kerstmis geen belangrijke versoepelingen worden doorgevoerd. Dat is zeer onwaarschijnlijk.
....
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, er blijven nog enkele vragen open die ik al had ingediend, onder andere over het aantal personen dat de app ondertussen al heeft geïnstalleerd. Hebt u daarop al een zicht?
Er waren ook nog een aantal andere vragen. U hebt het even gehad over het federale testplatform. Ik begrijp dat wij binnenkort tot 8.000 tests per dag zouden moeten kunnen uitvoeren. Ik hoop echter dat alles goed wordt doorgesproken met de klinische labo's, dat zij volledig mee zijn en een en ander ook ondersteunen. Ik hoop dat er ter zake niet opnieuw misverstanden ontstaan.
Over de barometer of de beheerstrategie, zoals u ze noemt, begrijp ik dat op het Overlegcomité een aantal richtcijfers zijn afgesproken, die natuurlijk heel erg streng zijn. Op welke literatuur of wetenschap zijn die cijfers gebaseerd? Komen ze overeen met die in andere landen? Waaraan heeft het Overlegcomité zich gespiegeld, om net tot die cijfers te beslissen? Is een aan-uitknop zonder verschillende niveaus ook elders gebruikelijk of pakken wij het als enige land op die manier aan?
Ik heb voorts begrepen dat de cijfers en bijhorende maatregelen niet slaan op de regio's of provincies, maar onmiddellijk voor het hele land gelden. Dat is een gemiste kans. Om de impact op de maatschappij zo beperkt mogelijk te kunnen houden, lijkt het mij interessanter te zijn om een en ander op provinciaal niveau te regelen.
Op de vraag over de cafés en restaurants hebt u niet geantwoord. Er zou een app in ontwikkeling zijn om het aantal besmettingen in die omgeving te kunnen registreren. Ik zou u echter ook een voorbeeld uit Nederland willen geven, waar een proefproject zal worden opgestart, of reeds is opgestart, waaraan vijfentwintig restaurants deelnemen. Er wordt daarbij bekeken waar precies de risicoplaatsen zijn, waar mensen eventueel besmettingen oplopen en wat daaraan kan worden gedaan.
Ik zou dan ook voorstellen daar ook werk van te maken en de komende tijd nuttig te besteden, zodat de horecasector opnieuw hoop krijgt en weet wat moet gebeuren om volledig klaar te zijn tegen het moment waarop de sector opnieuw kan opstarten.
....
Minister Vandenbroucke:
....
Mevrouw Gijbels, wat Coronalert betreft, ik denk dat ik daarop al heb geantwoord, maar omdat u niet gelukkig bent met het uitblijven van een formeel antwoord, de Coronalert is meer dan 2 miljoen keer gedownload. We hadden gezegd dat we minstens 15 % van de totale bevolking moesten bereiken. Dat hebben we gehaald, maar hoe meer mensen, hoe beter.
We voeren daar communicatie rond. Dat wordt in de eerste plaats door de Gewesten en de Gemeenschappen gedaan. We moeten de mensen overtuigen dat dit anoniem is. Ik heb al gezegd dat de grootste uitdaging het linken is van de eenmalige identificatie van de app aan de code van 17 cijfers van de covidtest. Ik denk dat ik ook heb gezegd hoe we nu werken. Dat hoef ik dus niet te herhalen. Het cijfer dat u zocht, is 2 miljoen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik heb het antwoord over de corona-app waarschijnlijk gemist, waarvoor mijn excuses.
k wilde het nog even hebben over de indicatoren die op het Overlegcomité werden overeengekomen. U hebt niet gezegd waarop die gebaseerd zijn. Is er wetenschappelijke evidentie die dat ondersteunt? Waar kunnen we die referenties vinden? Gebeurt dat in andere landen op dezelfde manier? Is het de bedoeling dat dit op provinciaal of nationaal niveau wordt uitgerold?
Minister Frank Vandenbroucke:
Ik wil verwijzen naar Duitsland en andere landen. Die 100-incidentie heeft zich bij ons in 800 besmettingen vertaald. Dat vindt men in zeer veel landen terug. Sommige landen hebben nog strengere grenzen. U moet eens kijken naar de ons omringende landen, met name naar Duitsland. Het is heel gelijkaardig. Het is ook niet toevallig, dit is tot stand gekomen na zeer veel overleg, ook informeel overleg, met experts allerhande. Kijk naar het beleid in Duitsland, dat is interessant om te vergelijken. Kijk naar welke cijfers zij hanteren.
Mevrouw Gijbels, ik ga op uw vraag over de provincies een heel eerlijk antwoord geven, zoals ik altijd moet doen. We zijn daar nog niet aan toe. Ik vind dat een belangrijke vraag. Kunnen we, als we in een veilige zone zitten, ook selectief – lokaal, provinciaal, regionaal – optreden? Ik vind het plausibel dat als men in een veilige zone zit en er is een uitbraak op één plek, men alleen daar ingrijpt. We zijn daar nog niet vandaag. Ik heb uw vraag zelf al enkele keren gesteld en ik zou willen dat daarover meer duidelijkheid komt.
....
Het volledig verslag is terug te vinden via https://www.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/55/ic307.pdf
