Kamerlid
De spoeddienst op afspraak
Frieda Gijbels (N-VA): De spoeddiensten in ons land kampen al een hele tijd met toenemende druk, mede door het tekort aan huisartsen en de stijgende instroom van patiënten met niet-levensbedreigende problemen. Ongeveer 30 % van de patiënten die zich bij spoedgevallen aanmelden, blijkt in feite zorg nodig te hebben die niet zo urgent is. In dat kader startte het ZAS Middelheim in Antwerpen recent een uniek proefproject. Patiënten met laagcomplexe medische problemen, zoals verstuikingen, kneuzingen of wonden, kunnen er voortaan op afspraak terecht bij de spoeddienst. Met het project wil men wachttijden verkorten en de druk op de urgente zorg verlichten. Dit leek mij een interessant project, mijnheer de minister. Ik heb er dan ook enkele vragen over. Hoe beoordeelt u dit proefproject zelf, waarbij een deel van de spoedzorg op afspraak wordt georganiseerd? Ziet u dit als een waardevolle aanvulling binnen het huidige spoedzorgmodel? Wordt het proefproject door uw administratie of door het Federaal Kenniscentrum opgevolgd of geëvalueerd? Zo ja, volgens welke criteria gebeurt dat? Hoe staat u tegenover urgent care centers, zoals die in Angelsaksische landen ook al bestaan, om de druk op de spoeddienst te verminderen? Indien het project in het ZAS Middelheim succesvol blijkt, ziet u dan mogelijkheden om dit model op een grotere schaal te ondersteunen of te integreren in de nationale spoedzorgplanning?
Minister Frank Vandenbroucke: Het project Spoed op Afspraak biedt snelle en gerichte zorg aan patiënten met klachten die niet levensbedreigend zijn, maar waarvoor medische hulp binnen een redelijke termijn nodig is. De eerste resultaten lijken bemoedigend. De wachttijden zijn aanzienlijk verminderd, de patiëntentevredenheid is hoog en de medische teams kunnen zich beter concentreren op ernstige gevallen. Als deze resultaten bevestigd worden, zou dit een interessante mogelijkheid zijn om de druk op de traditionele spoeddiensten te verminderen, zonder de kwaliteit van de zorg in gevaar te brengen. Dit past ook binnen onze bredere ambitie om de onvoorziene zorg te hervormen door de eerstelijnszorg te versterken en de triage van patiënten te verbeteren. Er is een goede afstemming met de huisartsgeneeskunde nodig om onbedoelde verschuiving van zorg van de eerstelijnszorg naar de tweedelijnszorg te voorkomen. In de hervorming van de wachtposten willen we dat er verplichte samenwerkingsafspraken komen tussen de wachtposten en de spoeddiensten. Dit wordt momenteel uitgewerkt met vertegenwoordigers van zowel huisartsen als urgentieartsen. Ik wil wel benadrukken dat het nog steeds om een proefproject gaat, dat beperkt is in tijd en ruimte. Voordat een landelijke uitrol wordt overwogen, zal een grondige evaluatie worden uitgevoerd, in samenwerking met zorgverleners, ziekenfondsen en de bevoegde regionale autoriteiten. We moeten eerst de impact op het hele zorgsysteem meten, inclusief huisartsen, wachtdiensten en kwetsbare patiënten.
Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben blij dat u dit opvolgt. Ik kijk uit naar de resultaten.
Bekijk het fragment: https://media.dekamer.be/meeting/56-018919-U1124/fragment/XC-5v1ETC8R_5PrkkBFNIOSa7dicwj9622dAntkdATpb4LiXlw0rkalQ7oD6x8FxRDwylQfQSzXTDfYtJ72JIurh8j0PJvuqMGZXTJbgSqI