Mijn eerste parlementaire vragen over het - toen nog nieuwe - coronavirus diende ik in januari van dit jaar in. Bijna een jaar beheerst de covidcrisis nu de parlementaire agenda. Week na week worden parlementaire vragen opgestuurd en wordt er geduldig op een antwoord gewacht. Aanvankelijk dacht ik zelf, een beetje naïef wellicht, dat er ook echte antwoorden zouden komen.

Maar de tijd heeft me zaken bijgebracht. Hoe moeizaam de dingen verlopen. Hoe slecht men was voorbereid. Hoe er van in het begin van de crisis onduidelijkheid was over de bevoegdheden en hoe die onduidelijkheden er helaas nog steeds zijn. Maar ook: hoe de politieke verantwoordelijkheid telkens wordt ontlopen en hoe makkelijk het is om geen antwoorden te geven op pertinente vragen. En ook de nieuwe regering, die van de #nieuwepolitiekecultuur en de ploeg van 11 miljoen, blijkt in hetzelfde bedje ziek.

Zo was het in het begin schier onmogelijk om de samenstelling van de Risk Assessment Group en de Risk Management Group te kennen. Of wie er in het Wetenschappelijk Comité zat. Nog maar heel recent vernamen we tijdens de hoorzittingen die nu in het kader van de Bijzondere Covidcommissie worden georganiseerd dat dat Wetenschappelijk Comité werd opgericht op vraag van toenmalig minister De Block. Er waren geen verslagen van dat comité en nu blijkt dat de leden van dat comité eigenlijk ook helemaal geen concrete opdracht kregen, geen contract hadden, wellicht ook niet juridisch beschermd waren. Improvisatie troef. Gedurende die hele crisis werden brandjes geblust en moest er ad hoc worden ingegrepen. De toenmalige minister beweerde dat ze klaar was om de crisis te tackelen, dat er een plan klaarlag. Achteraf bleek dat helemaal niet zo te zijn.

Talloze vragen heb ik samen met mijn collega's ingestuurd, gewoon om aan cijfermateriaal te geraken of om een beetje zicht te krijgen op de organisatiestructuur. Daar werden en worden dan "actuadebatten" aan gewijd, met vaak meer dan 100 vragen op de agenda, maar van een echt debat is er nooit sprake. De parlementsleden krijgen enkele minuten om hun vragen af te vuren, wat vaak onmogelijk is, en de minister wordt dan verondersteld op al die vragen te antwoorden. Met het gevolg dat de minister gewoon kan kiezen op welke vragen wordt geantwoord en op welke niet en met het gevolg dat het debat in de kiem wordt gesmoord. Vaak werden antwoorden dan wel schriftelijk beloofd, maar kwamen die nooit.

Bijzonder frustrerend is dat. Dan lijkt het toch anders te lopen in Nederland. Ik nodig u uit om even een blik te werpen op de website van de Tweede Kamer, waar er zogenaamde "technische briefings" worden georganiseerd door de bevoegde instanties. Met de bedoeling om de kamerleden bij te praten en volledig te informeren. Ik heb dit voorstel ook in de commissie Volksgezondheid gedaan, maar dit voorstel werd jammer genoeg bijzonder lauw onthaald.

Er wordt van volksvertegenwoordigers verwacht dat ze de regering controleren. Maar hoe kan dat als we niet over de nodige gegevens beschikken? De nieuwe regering heeft de mond vol van transparantie en van een nieuwe politieke cultuur, maar tegelijkertijd vindt men het normaal dat niet alle gegevens worden gedeeld met het publiek. Recent maakte Het Laatste Nieuws bekend dat er naast het publieke Sciensano rapport, ook een vertrouwelijke versie bestaat. Minister Frank Vandenbroucke verdedigt deze praktijk door te verklaren dat niet alle gegevens relevant zijn voor het grote publiek en dat ze mogelijk verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden.

Als je een voorbeeld wil van een drogreden, dan heb je er hier een. Het is niet omdat gegevens mogelijk verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden, dat je ze verborgen moet houden. Het is dan aan de bevoegde instanties om de gegevens te kaderen en er uitleg bij te geven. Het schept bepaald geen vertrouwen, het werkt averechts en het doet de vraag rijzen waarom de gegevens gefilterd worden. Het gaat toch wel zeker om onze gegevens, verzameld met onze middelen, waarvan je toch zou verwachten dat ze in "open access" beschikbaar moeten zijn? Ook voor wetenschappers is het overigens van groot belang dat zij toegang hebben tot deze data en dat ze er analyses op kunnen doen.

Wat wil men verborgen houden? Wat mogen we niet weten? Ik vrees dat er heel veel terug te brengen is tot een mentaliteitsprobleem. De overheid waant zich superieur en beschermt haar gegevens om onduidelijke redenen. Is het protectionisme? Of schuilt er een strategie achter?

Men bepaalt een beleid, dat een enorme impact heeft op een hele samenleving en dat zogezegd geleid wordt door de gezondheidssituatie. Maar net dat valt onmogelijk te controleren als we niet weten met welke gegevens rekening wordt gehouden en met welke niet.

Men spreekt van een ploeg van 11 miljoen. Maar wie denkt men hier eigenlijk voor de gek te houden? Denkt de paarsgroene regering nu echt dat mensen zich zo laten betuttelen?

Het is tijd dat men de daad bij het woord voegt en werk maakt van open data, transparantie, helderheid. We moeten hier inderdaad samen door. Maar dan moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen, de overheid in de eerste plaats. En dan moet men de burger als evenwaardige partner beschouwen. Zoniet, dan zal het vertrouwen smelten als sneeuw voor de zon.

Ondertussen leg ik die technische briefings opnieuw op tafel. Het is de basis voor een echt debat.